Parma en zijn Argentijnen. Menig speler uit het land van de regerend wereldkampioen heeft zijn sporen achtergelaten in Parma. Momenteel is dat Mateo Pellegrino, een speler met een zeer ongebruikelijk levensverhaal.
Nestor Sensini, Hernan Crespo en Juan Sebastian Veron. Menig Argentijn heeft de voetbalfans in Parma al in vervoering gebracht. Nu is het de beurt aan Mateo Pellegrino. De 24-jarige spits kwam in februari voor een transfersom van slechts twee miljoen euro over van Velez Sarsfield en tekende een contract tot 2029. Na een paar weken kan al worden vastgesteld dat de transfer zijn vruchten heeft afgeworpen. Pellegrino heeft al drie doelpunten gemaakt in negen wedstrijden: twee keer tegen Torino (2-2) en onlangs het winnende doelpunt tegen Juventus (1-0).
Mateo heeft voetbal in zijn genen, want zijn vader Mauricio Pellegrino was een succesvol profvoetballer. De inmiddels 53-jarige speelde ooit voor Barcelona en Liverpool. Zijn beste tijd beleefde hij echter bij FC Valencia, waarmee hij twee keer kampioen werd (2001/02 en 2003/04) en twee keer de finale van de Champions League verloor, onder andere in 2001 tegen FC Bayern München (4-5 na strafschoppen).
Weinig kansen bij zijn vader
Pellegrino junior trad in de voetsporen van zijn vader en speelde in de jeugd van Velez in de verdediging, maar dan links achterin en niet als centrale verdediger. In de loop der jaren trok hij echter steeds verder naar voren, tot in de aanval. Lange tijd slaagde hij er echter niet in om uit de schaduw van zijn alomtegenwoordige vader te treden, zeker niet toen hij wel de sprong naar de profs van Velez Sarsfield maakte, maar daar onder zijn vader als trainer nauwelijks aan bod kwam.
Onder Pellegrino senior kreeg de 24-jarige speler weinig speeltijd en leidde hij een bestaan als reservespeler. In de kleedkamer kreeg hij bovendien voor de grap de bijnaam “El Burro” (de ezel). Pellegrino heeft echter niet veel gemeen met een koppige ezel, hij zocht zijn geluk elders. Hij liet zich uitlenen, eerst aan Estudiantes de la Plata en vervolgens aan Atletico Platense in Buenos Aires.
Doorbraak in Buenos Aires
Bij Atletico brak hij plotseling door: met 15 doelpunten droeg hij er in belangrijke mate toe bij dat de club het seizoen als tiende eindigde – de beste klassering van Platenses in 27 jaar. Een nieuwe bijnaam liet niet lang op zich wachten. Vanwege zijn fysieke gelijkenis en speelstijl werd hij “Mini Palermo” genoemd, naar Martin Palermo.
Gehard en gestold door het Argentijnse voetbal besloot hij uiteindelijk de sprong over de Atlantische Oceaan te wagen en tekende hij bij Parma. In het begin moest hij nog wennen aan de Serie A en zat hij vooral op de bank, totdat hij twee keer scoorde tegen Torino. Daarna volgden nog meer invalbeurten, waarna hij uiteindelijk drie keer op rij in de basis stond.