Je hoeft niet veel races aan de leiding te rijden – het volstaat als het de juiste zijn: dit zijn de tien Formule 1-wereldkampioenen met het minste aantal WK-leidingen
Je moet op het juiste moment vooraan rijden, al het andere telt niet. Wat geldt voor raceoverwinningen, als je alle ronden aan de leiding hebt gereden maar in de laatste ronde motorpech krijgt, geldt ook voor een heel wereldkampioenschap.
Voor het wereldkampioenschap maakt het uiteindelijk niet uit wie er na race één, vijf of twaalf aan de leiding stond. Het gaat erom dat je aan het einde van het seizoen de meeste punten hebt. Niemand weet dat zo goed als Sebastian Vettel, die bij zijn eerste wereldtitel in 2010 na slechts één race aan de leiding stond: de seizoensfinale in Abu Dhabi.
Daarvoor was de leiding in het wereldkampioenschap in totaal tien keer gewisseld tussen Fernando Alonso, Felipe Massa, Jenson Button, Mark Webber en Lewis Hamilton, maar in Abu Dhabi was het de Duitser die als zesde eindigde en voor het eerst de kroon op zijn hoofd mocht zetten.
Vettel behoort echter niet tot de tien wereldkampioenen met het minste aantal wereldkampioenschapsleidingen, want bij zijn drie volgende wereldtitels stond de toenmalige Red Bull-coureur nog veel vaker aan de leiding in het wereldkampioenschap.
Natuurlijk staan er enkele coureurs uit het verre verleden in de lijst, omdat er in de jaren 50 en 60 nog niet zoveel races werden gereden en men dus minder kansen had om helemaal vooraan te staan.
Maar ook coureurs die in dit millennium actief waren, staan op de lijst, waaronder Kimi Räikkönen, die in 2007 eveneens in de laatste race de leiding in het WK overnam (hoewel hij die eerder al kort had gehad). De “Iceman” stond echter ook al in 2003 en later in 2008 en 2013 tijdelijk aan de leiding.