Maro Engel kwam in 2025 slechts acht punten tekort voor de DTM-titel: welke drie fouten de Mercedes-fabriekscoureur zelf constateert en of de derde plaats van vorig jaar beter was
In 2024 en 2025 streed Maro Engel tot aan de DTM-finale om de titel – en beide keren werd de Winward-Mercedes-coureur derde in het algemeen klassement. Maar welke van zijn twee beste DTM-seizoenen tot nu toe was volgens hem het sterkste? “Het is moeilijk om de jaren met elkaar te vergelijken”, antwoordt Engel in een gesprek met
“In 2024 waren we met drie coureurs die zich hadden losgemaakt van de rest van het veld en onderling om de titel streden”, verwijst hij naar de titelstrijd van een jaar geleden met zijn rivalen Mirko Bortolotti en Kelvin van der Linde. “In 2025 was er veel meer chaos in het veld. Dat was misschien nog competitiever, vanwege het grote aantal sterke concurrenten.”
De strijd om de titel, die tot aan de finale woedde, zorgde voor spanning in de DTM – en bijna geen enkele coureur kwam er zonder kleerscheuren vanaf. “Over het geheel genomen was 2025 misschien iets sterker, want in 2025 ontbraken acht punten, in 2024 waren dat er 35”, zegt de routinier, die iets tevredener is over het huidige seizoen. “Dat was een sterk jaar.”
Engel behaalde in 2025 vier podiumplaatsen en slechts één “nul”
Maar hoe ziet Engels terugblik op het seizoen 2025 er in detail uit? “Natuurlijk zijn er een paar momenten waarop we punten hebben laten liggen. En dat waren er zeker meer dan de acht punten die we uiteindelijk tekort kwamen”, zegt hij met het oog op het klassement, waarin kampioen Ayhancan Güven en Landgraf-merkgenoot Lucas Auer voor hem staan.
Maar dat geldt in 2025 “waarschijnlijk voor bijna alle coureurs”, relativeert Engel. “We hebben in veel races – vooral tegen het einde van het jaar – het maximale uit ons pakket gehaald. We hebben alles geprobeerd – en daarom kan ik tevreden terugkijken.”
Vooral in de beginfase van het seizoen, toen Mercedes-AMG sterker was, behaalde Engel drie podiumplaatsen in Oschersleben, op de Lausitzring en op de Norisring – op de vierde moest hij wachten tot de seizoensfinale in Hockenheim.
Zandvoort, Nürburgring en Sachsenring als tegenslagen
Maar er waren ook bittere momenten en fouten. Engel verwijst naar de Nürburgring, waar hij na een door hem veroorzaakte botsing met Thierry Vermeulen in de eerste ronde drie strafrundes moest uitzitten en voor het eerst in 2025 zonder punten bleef, maar vooral naar de te vroege pitstop in Zandvoort als gevolg van een communicatiefout.
“Dat heeft natuurlijk veel gekost, dat staat buiten kijf. Maar dat hebben we samen als team gedaan en daar nemen we ook de verantwoordelijkheid voor”, zegt hij.
“Op de Sachsenring hebben we zeker ook wat punten laten liggen – met de straffen”, verwijst hij naar de terugplaatsing op de startgrid vanwege de drie waarschuwingen en de naar zijn mening “vermijdbare” valse start op zaterdag, die een nieuwe strafronde opleverde.
“Dat waren de punten”, zegt Engel achteraf. “Maar het was belangrijk om daar lering uit te trekken en vooruit te kijken – en dat hebben we gedaan. We hebben twee sterke weekenden gehad op de Red Bull Ring en in Hockenheim.”
Engel over zijn Winward-team: “Echt een megateam”
Ondertussen richt Engel zijn blik alweer op de toekomst. “Het is mijn duidelijke wens om weer in de DTM te starten”, zegt hij. “Twee keer op rij derde plaats, twee sterke seizoenen – daar willen we weer op voortbouwen en aanvallen.”
Vooral omdat het Winward-team, waarvoor Engel sinds twee jaar in de DTM rijdt, in 2025 de beste pitstops maakte, wat blijkt uit de titel in de Pitstop Challenge. “Dit is echt een megateam”, zegt Engel, die zich helemaal thuis voelt bij het team uit Altendiez. Ex-coureur Christian Hohenadel, die als teambaas fungeert, “begrijpt het vak perfect”.
Ook met zijn Portugese race-ingenieur Mauricio Moreira verloopt de samenwerking vanaf het eerste moment “zeer positief”. “Hij is een geweldige ingenieur”, zegt Engel. Het is erg waardevol “dat hij begrijpt wat ik van de auto nodig heb en dat ik zijn feedback kan gebruiken om de volgende stap te zetten.”
