Met een Europees burgerinitiatief komen videogamefans in opstand tegen uitgevers die games onspeelbaar maken door hun diensten stop te zetten. Nu heeft de lobbyorganisatie Video Games Europe gereageerd.
Zijn dingen die we kopen echt van ons? Een vraag die de videogamewereld de laatste tijd weer steeds meer bezighoudt. Niet alleen zijn er abonnementsmodellen voor muziek, films of zelfs wasmachines. Juist bij games blijft de beschikbaarheid van een gekocht product onder controle van de aanbieder: de speelbaarheid ervan is afhankelijk van de voortdurende dienstverlening van de uitgevers en ontwikkelaars. Het beste voorbeeld is Anthem: in 2026 worden de servers van de EA-flop buiten gebruik gesteld. Het spel wordt dan onspeelbaar.
Precies dit is de kern van het “Stop Killing Games”-initiatief. De consumentenbeweging wil de rechtmatigheid van het achteraf stopzetten van online diensten en dergelijke laten onderzoeken. Hiervoor is een EU-petitie opgesteld, die tot nu toe door ruim 1,2 miljoen burgers wordt ondersteund.
Gaming Lobby verklaart zich
De enorme golf van bijval bracht onlangs ook vertegenwoordigers van de gaming-industrie op het toneel. Zo reageerde de lobbyorganisatie Video Games Europe op de beweging. In de verklaring staat dat men de passie van de community waardeert, maar dat “de beslissing om online diensten stop te zetten complex is, nooit lichtvaardig wordt genomen en een optie moet zijn voor bedrijven wanneer een online aanbod niet langer economisch levensvatbaar is”.
Dat deze maatregel “teleurstellend kan zijn” voor gamers, is duidelijk voor de vertegenwoordigers van EA, Activision en co. De branche zorgt er echter voor “dat gamers in overeenstemming met de lokale wetgeving inzake consumentenbescherming adequaat worden geïnformeerd over de komende wijzigingen”.
Wat betreft de naleving van lokale wetgeving is er steun van de Australische en Britse regering. In beide landen waren al “Stop Killing Games”-petities ingediend, maar de reacties van de verantwoordelijken waren vergelijkbaar.
De consensus: zolang fabrikanten en uitgevers zich aan de geldende wetgeving houden en in de gebruiksvoorwaarden hierop wijzen, staat niets de uitschakeling van essentiële diensten van een game in de weg.
Lage veiligheid, hoge kosten
Volgens Video Games Europe zijn alternatieve mogelijkheden om oude games in leven te houden nauwelijks zinvol. Zo kan op privéservers niet worden gegarandeerd dat “de beschermingsmaatregelen die we hebben genomen om de gegevens van spelers te beveiligen, illegale inhoud te verwijderen en onveilige community-inhoud te bestrijden” volledig worden nageleefd.
Bovendien zou een verplichte instandhouding van online diensten creatieve beperkingen voor ontwikkelaars met zich meebrengen. Titels die vanaf het begin als pure online games zijn ontworpen, zouden niet meer kunnen worden geïmplementeerd, “omdat de ontwikkeling van deze videogames onbetaalbaar zou zijn”.
Op sociale media wordt de verklaring van de lobbyorganisatie gemengd ontvangen. Onder een X-post van gaming-YouTuber ‘The 41st Precinct’ staan enkele kritische reacties die vooral het financiële argument als een smoes beschouwen. “Sorry, maar ik moet elke keer lachen als iemand iets zegt over de kosten van deze bedrijven, terwijl ze elk kwartaal de salarissen van hun CEO’s verhogen en hun personeel ontslaan om dat te betalen”, schrijft de content creator zelf.
Andere commentatoren kunnen zich daarentegen wel vinden in het standpunt van de ontwikkelaars. Onder hen bijvoorbeeld de gebruiker ‘Gleb Skibitsky’. “De mensen die daadwerkelijk games maken, verwerpen onrealistische eisen die de videogamebranche in Europa zouden vernietigen”, sluit hij zich aan bij het persbericht van de lobbyorganisatie.
Hier en daar: het draait om geld
De financiële kwestie zou inderdaad wel eens het kernprobleem kunnen worden. Dat outsourcing naar fanservers in principe werkt, bewijst niet in de laatste plaats de pc-versie van Titanfall 2.
Temeer omdat in de EU-petitie expliciet wordt vermeld dat het initiatief niet van de uitgever verlangt dat hij middelen ter beschikking stelt nadat een spel is stopgezet. De games moeten alleen “in een redelijk functionele (speelbare) staat” blijven. Waar een wil is, is hier zeker ook een weg.
Maar zonder geld gaat het natuurlijk niet. In Duitsland kromp de gamemarkt in 2024 met 6 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. De hoop op het onlangs verhoogde gamebudget van de Duitse regering is dan ook groot. Daarbij komen nog noodzakelijke maatregelen op deelstaatniveau.
Extra kosten voor offline campagnes of beveiligingsconcepten voor externe servers, die eigenlijk niet waren voorzien, zouden de langverwachte steun mogelijk meteen opslokken en zouden vanuit het oogpunt van de industrie daarom op een ongelegen moment komen.
Aan de andere kant staan de fans, wier standpunt eveneens begrijpelijk is. Waarom zou je een deel van je zuurverdiende geld, dat door stijgende kosten van levensonderhoud steeds minder waard wordt, uitgeven aan een game die op elk moment onspeelbaar kan worden?
EU-Parlement moet reageren
Hoewel het onwaarschijnlijk is dat een van beide partijen van mening zal veranderen, zou dit niets meer veranderen aan het verdere verloop van de petitie. Deze loopt nog tot eind juli, heeft het eigen doel van een miljoen handtekeningen al lang overschreden en moet volgens de Europese Commissie sowieso door het Parlement worden behandeld. Hiervoor is geen minimum aantal handtekeningen nodig. Er zal dus in ieder geval een officiële reactie komen.






