Laurent Mekies is opgelucht dat Red Bull in Zandvoort niet meer zo slecht was als in Hongarije, maar toch is men niet tevreden met de tweede plaats
Red Bull kan na de Formule 1-race in Zandvoort even opgelucht ademhalen. Het scenario van Boedapest heeft zich in ieder geval niet herhaald. Daar was het raceteam namelijk op geen enkele manier competitief en behaalde het een van de slechtste resultaten van de afgelopen jaren.
Zelfs wereldkampioen Max Verstappen kon niets uitrichten en eindigde uiteindelijk als negende – achter beide Aston Martins, een Racing Bull en een Sauber. Maar in Zandvoort kon de Nederlander weer meedoen in de strijd om het podium en na de uitval van Lando Norris de tweede plaats pakken.
“Het laat in ieder geval zien dat Boedapest een uitglijder was”, zegt teambaas Laurent Mekies geruststellend. Dat was ook de hoop direct na de race in Hongarije, maar bij Red Bull was men er toen van overtuigd dat de problemen zouden worden opgelost. “En het blijkt dat dat zo was”, prijst Mekies.
“Dat is best interessant, want de kenmerken hier lijken sterk op die in Boedapest.” Maar terwijl men toen de banden niet aan het werk kreeg, leek dat in Zandvoort geen groot probleem te zijn.
Daarom was Red Bull na McLaren de tweede kracht. “Maar daar zijn we niet tevreden mee”, benadrukt Mekies, “want het verschil met McLaren was tijdens de race nog steeds pijnlijk”.
Mercedes-motorsportbaas Toto Wolff ging zelfs zo ver om te zeggen dat het tempo van McLaren “een vernedering” was voor alle anderen. “Als ze wilden pushen, konden ze dat doen en meteen wegrijden. We maken ons daar geen illusies over”, zegt ook Mekies, maar hij probeert het vanuit het perspectief van Red Bull positief te zien.
“In tegenstelling tot Boedapest konden we hier op dit circuit Mercedes bijhouden, we konden Ferrari bijhouden. Dat is bemoedigend”, zegt hij.
“Zijn we tevreden? Nee. Want we hebben behoorlijk wat moeite gehad om de auto tussen vrijdagochtend en de kwalificatie op zaterdag in het juiste venster te krijgen”, vervolgt de Fransman, die hoopt dat het team in de loop van het seizoen nog meer zal leren.
“De laatste negen races gaan niet zozeer om de posities in het kampioenschap, maar om alles te benutten wat we kunnen om ons inzicht verder te vergroten – vooral bij een project dat, in vergelijking met wat we hadden gehoopt, suboptimaal is.”






