Pep Guardiola stelt een nieuwe technische staf samen voor het komende seizoen. Maar liefst drie assistenten verlaten Manchester City.
Hoewel hij afgelopen najaar, midden in een sportieve crisis, een nieuw contract tot 2027 tekende, deden er tijdens het afgelopen seizoen steeds weer geruchten de ronde over de toekomst van Pep Guardiola. Onlangs dreigde de hoofdtrainer van Manchester City zelfs openlijk met zijn ontslag. Hij meende dat echter niet echt, maar is al lang bezig met de planning van het nieuwe seizoen, waarin de onttroonde Skyblues terug willen slaan – onder andere met een nieuw team van trainers.
Woensdag maakte ManCity namelijk officieel wat al in de lucht hing: de drie belangrijkste assistenten van Guardiola verlaten de club: de twee assistent-trainers Juanma Lillo en Inigo Dominguez en Carlos Vicens, die onder andere verantwoordelijk was voor de spelhervattingen. Opvolgers voor het trio zijn nog niet bekend.
Lillo was de afgelopen jaren een naaste medewerker van Guardiola. De inmiddels 59-jarige Spanjaard trainde de Mexicaanse club Dorados de Sinaloa toen Guardiola daar in 2005/06 zijn profcarrière afsloot en was recentelijk voor de tweede keer assistent-trainer van de Catalaan.
Vicens wordt hoofdtrainer bij Sporting Braga
In de zomer van 2020 stapte Lillo voor het eerst over naar ManCity en keerde in 2023 terug naar de kersverse drievoudig kampioen, nadat hij in 2022 tijdelijk naar Qatar was vertrokken, waar hij enkele maanden voor het WK kampioen Al-Sadd overnam. Volgens ManCity keert Lillo nu terug naar zijn Spaanse thuisland.
De 46-jarige Dominguez, eveneens Spanjaard, volgde Lillo in 2022 als assistent-trainer naar Qatar, voordat hij in 2023 bij ManCity kwam. Dominguez stond al aan de zijde van Lillo bij Real Sociedad, UD Almeria, Millonarios Bogota, Atletico Nacional en Vissel Kobe. De toekomst van beiden is nog onzeker, in tegenstelling tot die van Vicens: de 42-jarige Spanjaard, die sinds 2021 deel uitmaakte van Guardiola’s team, wordt hoofdtrainer van Sporting Braga, dat het seizoen in Portugal als vierde eindigde.
