Zonder transmissiebeperking daalde het aantal straffen voor het vervangen van onderdelen aanzienlijk: geen enkele coureur werd echter echt teruggezet.
Vorig jaar, met de huidige Formule 1-motoren, leken de teams hun motoren redelijk goed onder controle te hebben, want in vergelijking met het jaar ervoor daalde het aantal strafplaatsen aanzienlijk.
In het Formule 1-seizoen 2025 werden coureurs 14 keer bestraft vanwege het overschrijden van het motorquotum – in 2024 waren dat er nog 20, bij een gelijk aantal races.
Strafverplaatsing is overigens misschien niet het juiste woord. Want geen enkele keer moest een coureur echt een paar plaatsen verder achteraan starten. Alle coureurs die nieuwe motoronderdelen in hun auto lieten inbouwen, startten vanuit de pitstraat.
De teams maakten namelijk meestal van de gelegenheid gebruik om, als ze toch al ver achteraan gekwalificeerd waren, nieuwe onderdelen te nemen en de afstelling nog te wijzigen. Een dergelijke wijziging na de kwalificatie heeft altijd tot gevolg dat er vanuit de pitstraat wordt gestart.
Een reden voor het lagere aantal straffen was het wegvallen van de versnellingsbakbeperkingen. In de afgelopen jaren moesten de teams zuinig omgaan met hun versnellingsbak – eerst over een bepaald aantal races, daarna, net als bij de motoronderdelen, over een bepaald contingent per seizoen. In 2025 gold deze beperking niet meer, omdat de betrouwbaarheid van de huidige constructies een regeling “overbodig” maakte, zoals de bond voor het seizoen had meegedeeld.
In 2024 had de versnellingsbak, die was onderverdeeld in interne en externe elementen, nog geleid tot vier straffen, maar ook zonder deze straffen was er een lichte daling van het aantal overtredingen te zien.
Red Bull als grootste overtreder
De grootste “overtreder” onder de teams was Red Bull: bij Max Verstappen werd in Brazilië het complete assortiment vervangen, maar toch reed hij toen vanuit de pitbox nog naar het podium. Teamgenoot Yuki Tsunoda moest zelfs drie keer vanuit de pitbox starten vanwege nieuwe motoronderdelen: in Imola, Boedapest en Las Vegas.
De Japanner is daarmee ook de grootste “pechvogel” onder de coureurs – verder moest alleen Pierre Gasly (Alpine) meer dan eens met nieuwe motoronderdelen uit de grid worden gehaald: in Montreal en in Monza.
Drie teams kwamen ondertussen met hun beschikbare contingent door het hele seizoen heen: McLaren bleef voor de derde keer op rij ongeslagen, en ook Sauber en Williams hoefden geen straf te slikken.
De meest voorkomende oorzaak voor een overschrijding was de verbrandingsmotor (ICE), die twaalf keer boven de limiet werd gebruikt. Daarbij hebben de teams meestal het complete pakket van motor, turbocompressor, MGU-H en MGU-K vervangen – alleen bij Esteban Ocon (Haas) was in Sao Paulo alleen de motor de reden voor de straf.
Slechts één coureur (Tsunoda) overschreed de toegestane limiet van acht voor de uitlaat.
Wijzigingen voor 2026
Voor het seizoen 2026 zullen er door de nieuwe aandrijvingen een aantal veranderingen plaatsvinden: er komen nieuwe contingenten en er worden ook enkele nieuwe componenten geïntroduceerd. Alleen de beperking voor de accu en de besturingselektronica blijft hetzelfde als dit jaar, namelijk twee.
Voor de motor en de turbocompressor mogen in de toekomst slechts drie in plaats van vier elementen worden gebruikt, voor de MGU-K daalt het contingent zelfs van vier naar twee. In plaats van de huidige acht uitlaatsystemen mogen er in 2026 nog maar drie worden gebruikt. Daar komen nog zogenaamde aanvullende componenten (Ancillary Components) bij, die worden gespecificeerd met vijf per seizoen.
Maar: in 2026 mag elke coureur één extra element per motoronderdeel gebruiken, in latere seizoenen geldt dit alleen voor fabrikanten die hun eerste Formule 1-seizoen rijden.
