Max Schmeling, die als wereldkampioen en verslaander van Joe Louis een Duitse mythe werd, werd vandaag 120 jaar geleden geboren. Als helper bij de vlucht uit nazi-Duitsland werd hij ook een redder van levens.
Vandaag 120 jaar geleden werd Max Schmeling geboren. De enige Duitse wereldkampioen in alle klassen, het grootste idool van het Duitse boksen, misschien wel van de Duitse sport in het algemeen.
Zijn historische wereldkampioenschapsoverwinning op Jack Sharkey en zijn sensationele overwinning op Joe Louis maakten hem in de jaren dertig tot een mythe, die stof opleverde voor boeken, films en toneelstukken – ook Schmeling zelf vereeuwigde zichzelf in de populaire cultuur met het hierboven geciteerde lied.
Pas vele decennia na het einde van zijn carrière werd bekend dat hij meer was dan alleen een groot sportman: Schmelings grootste heldendaad was het redden van twee jonge levens in een van de donkerste uren van de Duitse geschiedenis.
Overwinning op Joe Louis maakte Max Schmeling tot een legende
Schmeling wordt op 28 september 1905 geboren in Klein-Luckow, in de Uckermarck tussen Brandenburg en Mecklenburg. Het gezin verhuist al snel naar Hamburg, waar zijn vader werk vindt als zeeman. De jonge Max vindt een stageplaats in Keulen en begint daar op 18-jarige leeftijd met boksen.
Al een jaar later, in 1924, wordt hij prof, in 1926 Duits kampioen en in 1927 Europees kampioen. Max Schmeling is slechts 1,85 m lang en weegt 85 kilo, dus bijna een halfzwaargewicht, een counterbokser met een uitstekende reactie en een keiharde rechtse.
Schmeling hielp Joodse jongeren te vluchten
Louis – die een goede vriend van Schmeling zou worden – won de rematch duidelijk, later werden ook de vriendschap tussen de twee en Schmelings hulp aan Louis legendarisch.
Dat Schmelings goede reputatie ook in de naoorlogse periode intact bleef, kwam ook doordat hij de machtsovername door Hitler-Duitsland relatief terughoudend opnam.
Schmeling verzette zich niet tegen het systeem en verweet zichzelf later ook “naïviteit” in de omgang met het regime, maar hield toch een zekere afstand: hij werd geen lid van de NSDAP, behield zijn joodse manager Joe Jacobs en weigerde zelfs een eerbetoon aan Adolf Hitler. “Ik ben bokser, geen politicus”, was een van zijn beroemdste uitspraken.
Later bleek dat Schmeling zelfs actieve hulp bood aan slachtoffers van het Hitler-regime: in 1938 verstopte hij tijdens de novemberpogroms twee joodse jongeren – zonen van een bevriende boetiekeigenaar – in zijn hotelkamer en hielp hen zo te vluchten.
De geredde broers Henri en Werner Lewin maakten het verhaal in 1989 openbaar. Pas 12 jaar later kreeg het verhaal echter meer bekendheid door een artikel in Sports Illustrated.
“Als men had ontdekt wat Max had gedaan, zou hij zeker zijn doodgeschoten”, vermoedde de eeuwig dankbare Henri Lewin in 2004 in een interview met Welt am Sonntag.
Ook Ali en Tyson brachten hulde aan Schmeling
Als succesvol zakenman en veelvuldig geëerd promotor van de Duitse sport bleef Schmeling ook na de oorlog en het einde van zijn carrière in de boksring in de publieke belangstelling staan.
Pas in 1987 trok hij zich na de dood van zijn geliefde vrouw Anny Ondra grotendeels terug, maar talrijke sport- en maatschappelijke grootheden bleven tot het einde toe zijn nabijheid zoeken. Schmeling stierf op 2 februari 2005 op 99-jarige leeftijd. Zijn begrafenis werd onder andere bijgewoond door Henry Maske, Wladimir Klitschko, Franz Beckenbauer en Uwe Seeler.
Nog tijdens Schmelings leven organiseerden de door Schmeling geredde Lewin-broers – die succesvolle hoteliers werden in de VS – een grote dankceremonie in Las Vegas, waar onder andere Muhammad Ali en de jonge Mike Tyson voor Schmeling bogen.
“Ik had speciaal Nürnberger braadworsten, zuurkool en Berlijnse gehaktballetjes laten invliegen. Er werden filmfragmenten van zijn gevechten vertoond, die Max zelf van commentaar voorzag”, herinnert Werner Lewin zich.
Hij stierf in 2008, zijn broer acht jaar later, na een lang en vervuld leven.






