De contractverlenging met Marc Marquez voor de MotoGP-jaren 2027/28 heeft voor Ducati de hoogste prioriteit, maar er zijn redenen waarom dat niet zo eenvoudig zal zijn.
Na de indrukwekkende machtsdemonstratie van Marc Marquez in zijn eerste jaar bij het Ducati-fabrieksteam staat de Italiaanse fabrikant nu voor de taak om met hem te onderhandelen over een contractverlenging, die aanzienlijk complexer is dan zijn oorspronkelijke verbintenis.
De filosofie van het bedrijf uit Bologna heeft Ducati niet alleen de laatste vier MotoGP-titels opgeleverd, maar er ook voor gezorgd dat de beste coureurs in het veld aanzienlijke offers brengen om een plaats te krijgen op een van de zes momenteel beschikbare Desmosedici’s.
Het geval van Marc Marquez was het meest opvallende: hij zag af van zijn laatste contractjaar bij Honda en van de meer dan 20 miljoen euro die daarmee gemoeid was, om in 2024 voor Gresini te rijden.
Hij reed in 2024 zonder salaris om het prototype te krijgen dat hij zo graag wilde. De strijd met Jorge Martin om promotie naar het fabrieksteam voor 2025 was de voltooiing van het plan dat de Catalaan in zijn hoofd had uitgestippeld.
De ondertekening van het contract met Ducati, die direct na de Grand Prix van Italië vorig jaar werd aangekondigd, verliep vlekkeloos voor de fabrikant van de rode motoren.
Hoewel de contractbedragen onbekend zijn, begrijpt Motorsport.com Spanje dat zijn eerste basissalaris als officiële Ducati-coureur ongeveer drie miljoen euro bedroeg.
Dat is aanzienlijk minder dan men zou verwachten. Dit werd gecompenseerd door zeer royale prestatiegerelateerde bonussen. Zijn elf overwinningen vóór zijn blessure in Indonesië leverden hem meer dan twee miljoen euro aan bonusbetalingen op.
Daar kwam nog een overeengekomen betaling van ongeveer twee miljoen euro bij voor het winnen van de wereldtitel. Een hoog bedrag dat overeenkomt met zijn duidelijke superioriteit op het circuit en dat hem onderstreept als de onbetwiste referentie van de fabrikant en het hele kampioenschap.
Terwijl Bagnaia nu op de spreekwoordelijke bank ligt, gekweld door existentiële twijfels, danst Ducati momenteel naar de pijpen van Marquez, wiens marktwaarde weer het niveau heeft bereikt dat hij had tijdens zijn dominante Honda-periode.
Dat geeft hem een sterke positie in de onderhandelingen over zijn contractverlenging. Een positie die hij voorheen niet had. Motorsport.com Spanje begrijpt dat de eerste gesprekken tussen beide partijen plaatsvonden vóór het begin van de Azië-tour.
Dat was zowel vóór zijn titelwinst in Japan als vóór zijn blessure in Indonesië. Logischerwijs volgde later nog een bijeenkomst, vermoedelijk in Valencia, waar beide partijen verder werkten aan het bereiken van een akkoord.
In ieder geval valt nog te bezien welke invloed het ongelukkige ongeval in Indonesië met de blessure aan zijn rechterschouder zal hebben. Deze kostte hem de laatste vier races van het seizoen en zou het hele proces kunnen beïnvloeden. Als Marquez duidelijk is dat hij tot minstens 2028 bij Ducati wil blijven, dan is deze wens wederzijds. Voor de Italiaanse fabrikant heeft de contractverlenging van zijn nieuwe boegbeeld de hoogste prioriteit. De keuze van zijn teamgenoot komt daardoor op de achtergrond te staan.
De financiële mogelijkheden van Ducati zijn beperkt
Het probleem is echter dat Ducati niet over de economische kracht van Honda of Yamaha beschikt, zeker niet op een moment dat de export naar twee belangrijke markten (de VS en China) terugloopt.
Bovendien hadden de door de Amerikaanse president Donald Trump ingevoerde invoerheffingen een negatief effect. Daar komt nog bij dat de verkoop van Audi, eigenaar van Ducati, in 2024 met 11,8 procent is gedaald ten opzichte van 2023.
Dit was voor het concern met de vier ringen aanleiding om al voor dit jaar een uitgavenbeperking in te voeren, die tot 2026 van kracht blijft – het jaar waarin de contracten voor de volgende MotoGP-contractperiode (2027-2028) moeten worden afgesloten.
Tegen deze achtergrond is de situatie in de kantoren van Borgo Panigale heel anders dan anderhalf jaar geleden, toen Marquez de hem voorgelegde voorwaarden accepteerde zonder zelf praktisch iets te eisen.
Als zijn gok zou lukken en hij zou winnen, zou het moment om het contract aan te passen vanzelf komen – en dat moment is nu aangebroken. Marquez heeft het seizoen 2025 gedomineerd.
“Elk onderdeel moet op zijn plaats zitten, en dat is terecht. We gaan om de tafel zitten om de situatie zo goed mogelijk te regelen”, verklaarde Gigi Dall’Igna, algemeen directeur van Ducati, enkele weken geleden tegenover Motorsport.com Spanje.
Niemand kan zich voorstellen dat de nieuwe wereldkampioen zijn contract niet zal verlengen, hoewel zijn verdere toekomst zeer waarschijnlijk direct zal bepalen wie zijn toekomstige teamgenoot zal zijn.
Bagnaia heeft zijn doelstellingen duidelijk geformuleerd. “Het is mijn bedoeling om, indien mogelijk, te verlengen en mijn carrière bij Ducati af te sluiten”, herhaalde de Turijnse coureur tijdens de laatste races van zijn slechtste MotoGP-seizoen.
Om dit mogelijk te maken, moeten echter twee factoren samenkomen die momenteel twijfelachtig zijn. Ten eerste moet hij reageren en zijn resultaten aanzienlijk verbeteren. Ten tweede moet hij bereid zijn om zijn financiële verwachtingen bij te stellen. Zo niet, dan reikt de rij van coureurs die zijn motorfiets willen overnemen tot aan het einde van de paddock.
