Alpine-teambaas Bruno Famin wil voorlopig baas blijven van het raceteam en ziet het niet als zijn taak om een geschikte opvolger te vinden
Wil Bruno Famin teambaas blijven van het Formule 1-raceteam van Alpine? Toen voorganger Otmar Szafnauer in de zomer aan de zijlijn van de Grand Prix van België werd afgezet, werd Famin officieel aangesteld als interim-teambaas totdat er een echte opvolger voor Szafnauer kon worden gevonden
Het ziet er echter niet naar uit dat er nog een verandering op komst is bij Enstone: “Ik ben geen fan van het veranderen van een organisatie alleen maar om de organisatie te veranderen,” zegt Famin veelzeggend.
“Want je kunt de organisatie zo vaak en zo veel veranderen als je wilt, maar als de mensen niet willen samenwerken, dan zal het nooit werken”, benadrukt de Fransman. “Het gaat er meer om uit te vinden hoe mensen goed samenwerken om de beste prestaties uit iedereen te halen voor het hele team.”
En dat is precies wat Famin op dit moment als zijn topprioriteit ziet – niet het vinden van een geschikte opvolger voor zichzelf. “Dat is niet mijn topprioriteit,” zegt hij desgevraagd. “De topprioriteit is dat mensen samenwerken.”
Famin was ooit groot geworden bij Peugeot en verhuisde in 2019 naar de FIA voordat hij in februari 2022 door Alpine CEO Laurent Rossi werd aangesteld als het nieuwe hoofd motoren in Viry-Chatillon, waar hij verantwoordelijk was voor het motorenprogramma van Renault voordat er in oktober een opvolger werd gevonden. Drie weken voor het vertrek van Szafnauer werd hij Vice President Motorsport.
In de zomer kwam daar zijn rol als interim-teambaas van het Alpine Formule 1-team bij. In België nam hij het roer over als onderdeel van een grote reorganisatie waarvan ook Rossi het slachtoffer werd. Hoewel namen als Mattia Binotto zijn genoemd als opvolger, lijkt het er nu op dat Famin aan het roer kan blijven.
Zelf is hij zeker blij met zijn rol: “Wat mij betreft ben ik erg blij met mijn positie als teambaas,” zegt Famin, “en zolang mijn baas me niet zegt dat ik iets moet veranderen, blijf ik.”
