Alpine neemt afscheid van zijn eigen motoren in de Formule 1 en kiest vanaf 2006 voor Mercedes: waarom deze stap toch onzekerheden met zich meebrengt
Alpine stopt na het seizoen 2025 met de productie van eigen motoren in de Formule 1 en wordt klant van Mercedes. Ondanks de overstap naar de al jarenlang succesvolle fabrikant ziet directeur Steve Nielsen echter geen automatische garantie voor succes.
“Mercedes heeft een lange geschiedenis in de Formule 1. Bij de laatste grote reglementwijziging waren ze zeer succesvol”, verwijst Nielsen in een gesprek met Motorsport.com naar het jaar 2014. Destijds was de Mercedes-motor na de laatste grote omschakeling van de concurrentie aanvankelijk veruit superieur.
“Dat betekent echter niet dat het deze keer ook zo zal gaan, want toen zijn we overgestapt van zuigermotoren naar turbohybriden met MGU-K en MGU-H. Dat was een enorme verandering”, zegt Nielsen. “Deze keer is de verandering niet zo groot, omdat we al turbohybriden hebben.”
Alpine ziet zichzelf op de goede weg
In het kader van de regelwijziging voor het seizoen 2026 verdwijnt de MGU-H, die energie uit de uitlaat terugwint. In totaal wordt het elektrische aandeel in het systeemvermogen van de aandrijvingen aanzienlijk verhoogd. Hoewel de verandering niet zo ingrijpend is als in 2014, gaan sommige waarnemers in het Formule 1-paddock ervan uit dat Mercedes vanwege zijn grote ervaring opnieuw een voorsprong zou kunnen hebben.
“We zijn ervan overtuigd dat we de juiste partner hebben gekozen. Of ze het beter hebben gedaan dan de anderen, weet ik niet”, zegt Nielsen. Hij wil de geruchten over een mogelijk voordeel voor Mercedes niet overdrijven: “In de Formule 1 zijn er altijd geruchten over wie de beste is op dit of dat gebied. De realiteit is dat op dit moment niemand iets zeker weet.”
Wat betreft de ontwikkeling van de eigen auto voor het volgende seizoen, ziet Nielsen Alpine op koers liggen. “We voeren momenteel een zeer intensief windtunnelprogramma uit voor de auto van 2026. We denken dat we goed op schema liggen, maar uiteindelijk word je afgemeten aan de concurrentie”, zegt hij. “Je kunt zo hard werken als je wilt, streven naar de beste combinatie van prestaties, downforce, betrouwbaarheid en strategie, maar je weet het pas echt als de stopwatch loopt.”
Integratie van de Mercedes-motor in het Alpine-chassis
De overstap van een fabrikantenteam met een eigen motorafdeling naar een klantenteam is voor Alpine toch een belangrijke stap. Nielsen benadrukt echter dat de integratie van de Mercedes-motor in het chassis van 2026 minder complex is dan in eerdere periodes van de Formule 1.
“In het verleden was een Ferrari-motor heel anders dan een Renault-motor, die op zijn beurt weer heel anders was dan een Honda-motor”, legt hij uit.
“De afgelopen jaren zijn de aandrijvingen door de reglementvoorschriften fysiek niet meer zo verschillend, noch qua grootte, noch qua volume.” Er zijn nog steeds verschillen in koelsystemen en aansluitingen, maar niets fundamenteel onbekends.
Alpine werkt bovendien al sinds de ondertekening van de technische overeenkomst in november 2024 nauw samen met Mercedes. “Als je zo’n overeenkomst sluit met een technische partner, krijgen de ingenieurs al heel vroeg de basisinformatie. Het is niet zo dat we dit allemaal pas vorige week te horen hebben gekregen. We werken al maanden met hen samen.“
”De integratie is weliswaar complex, maar wordt over een lange periode en met veel betrokken specialisten gepland. Daarom zou het geen probleem moeten zijn om de motor fysiek in de auto te plaatsen”, concludeert hij.
