Welke beperkingen gelden er in 2026 voor de ontwikkeling en wat betekent dat? Een exclusief fragment uit het boek van Stefan Ehlen “Formule 1: alles wat je moet weten”.
Sinds 2021 kunnen Formule 1-teams niet meer onbeperkt zelf bepalen hoe ze hun auto’s technisch ontwikkelen. De Internationale Automobielfederatie (FIA) heeft hiervoor gezorgd en speciale regels opgesteld die de kansengelijkheid in de Formule 1 moeten verbeteren.
De eindstand in het constructeursklassement is daarbij van bijzonder belang: de tabel dient als uitgangspunt voor de indeling van de afzonderlijke teams aan het begin van het nieuwe Formule 1-seizoen – wie met welke handicap moet werken.
Stefan Ehlen beschrijft de precieze mechanismen in hoofdstuk 9 van zijn nieuwe boek “Formule 1: Alles wat je moet weten” (Meyer & Meyer Verlag), waarin de nadruk ligt op het Formule 1-reglement. “Formule 1: Alles wat je moet weten” nu hier bestellen! * Het werk, waaruit we hieronder exclusief mogen citeren, is een gids door het sportieve en technische Formule 1-reglement en belicht precies die nuances die in de algemene euforie vaak ondergesneeuwd raken:
9.3.4 Operationele regels
“Het operationele reglement van de Formule 1 beschrijft bepaalde procedures waaraan de teams zich moeten houden. Hieronder vallen bijvoorbeeld de verplichte fabriekssluitingen van 14 dagen tijdens de zomerstop en van 9 dagen tijdens de winterstop.
Gedurende deze periode moet het ontwikkelingswerk volledig worden stilgelegd: er mogen geen simulaties worden gemaakt of windtunneltests worden uitgevoerd, en ook de productie van onderdelen is verboden. Maar goed, de teams mogen zelf de exacte periode voor de sluiting kiezen. Ze mogen ook noodzakelijke reparaties aan de voertuigen of onderhoudswerkzaamheden aan de fabrieksinfrastructuur uitvoeren.
Een ander belangrijk onderdeel van de operationele regels betreft de ontwikkelingsruimte van de teams voor windtunneltests (in uren) en digitale simulaties (in tests). De Formule 1 hanteert hier een handicapsysteem dat sterkere teams beperkt en zwakkere teams bevoordeelt.
Bepalend voor de indeling is in eerste instantie de eindpositie in het algemeen klassement van het wereldkampioenschap van het voorgaande jaar. Voor alle volgende periodes gelden de actuele tussentijdse standen van de teams in het wereldkampioenschap op momenten gedurende het jaar.
Hieruit volgt hoeveel ontwikkelingsinspanningen de teams mogen leveren: de zevende plaats komt overeen met honderd procent. Voor posities daarvoor geldt een getrapte aftrek, voor posities daarna een getrapte toeslag. De waarden voor de tiende plaats gelden op dezelfde manier voor een elfde of nieuw team.
Bovendien voorziet het operationele reglement in diverse beperkingen voor de ontwikkeling van aandrijvingen: in de drie jaar voorafgaand aan het eerste gebruik van een aandrijving in een race mogen testbanken intensief worden gebruikt. In het eerste wedstrijdjaar wordt de tijd verkort tot ongeveer een derde en voor alle volgende jaren nogmaals bijna gehalveerd.”
Vooruitblik: het nieuwe tijdperk 2026
Naast de huidige regelgeving en historische classificaties biedt het boek ook een vooruitblik op de enorme breuk die de Formule 1 te wachten staat. Vanaf 2026 geldt een volledig nieuw reglement voor aandrijvingen en chassis. Wie de winterstop wil gebruiken om zich niet alleen te informeren over de fijne kneepjes van de titelverdeling, maar zich ook wil voorbereiden op de komende technische revolutie, vindt in “Formule 1: Alles wat je moet weten” de relevante achtergrondinformatie.






