Yamaha begint in Valencia aan het V4-tijdperk, maar de test in Valencia levert gemengde reacties op – Grote verbeterpunten op het gebied van frontgevoel, grip en basisinstellingen
Voor het eerst sinds Misano kregen Fabio Quartararo, Jack Miller en Alex Rins de kans om de nieuwe V4-Yamaha te testen tijdens een officiële testdag in Valencia. Maar in plaats van euforie overheerste gemengde feedback.
Hoewel het 2026-project veelbelovende aanzetten liet zien, bleken er vooral op het gebied van de basisinstellingen en het gevoel voor de voorkant nog duidelijk verbeterpunten te zijn. Een tweede, besloten testdag op woensdag zal cruciaal zijn om Yamaha de juiste oplossingen voor de winter te geven.
Quartararo: “De V4 mist ons sterkste punt”
Quartararo benadrukte na de door regen verkorte openingsdag dat de focus nog helemaal niet lag op het vinden van een verbetering ten opzichte van Misano.
“We moesten eerst de beste afstelling vinden. Het ging er niet om iets te hebben dat al beter was dan tijdens de test in Misano.” Op dit moment is er echter “niets echt belangrijks” ontdekt. Yamaha is op dit moment nog ver verwijderd van een goede basis.
“We hebben veel tijd besteed aan het veranderen van heel veel dingen aan de afstelling, omdat we duidelijk ons sterkste punt missen: het gevoel voor het voorwiel.” Daarom heeft hij veel tijd in de pitbox doorgebracht en in totaal maar weinig ronden (46) kunnen rijden.
Hij omschreef de dag als “erg hectisch”, omdat men in de eerste plaats probeerde de motorfiets überhaupt in een werkende staat te krijgen. “Morgen wordt belangrijk om een manier te vinden met het chassis, de elektronica, de motor en de aerodynamica. Vandaag ging het vooral om weer wennen aan de nieuwe motor.”
STEADY ON! Fabio Quartararo redt het ValenciaTest ⏱️ pic.twitter.com/BwyNvXN95v
— MotoGP™ (@MotoGP) 18 november 2025
Over de rondetijd (1:29,927 minuten) zei Quartararo dat deze met de nieuwe machine was behaald, maar dan wel met zachte banden en zonder focus op prestaties.
Het is nu essentieel om de ingenieurs duidelijke richtlijnen te geven: “We moeten hen heel precies vertellen wat we nodig hebben. Vandaag ontbrak er veel aan de voorkant. De motor lag niet goed in de bocht, we missen vermogen en de grip was anders dan verwacht.“
Ondanks de moeilijkheden vond hij het fundamenteel nieuwe rijgevoel prettig: ”De rijstijl is compleet anders dan bij een lijnmotor, maar ik vind het leuk hoe je met de V4 rijdt.” De motor is aanzienlijk soepeler dan de vorige, maar mist duidelijk vermogen.
Miller ziet nieuwe, maar veelbelovende aanpak
Pramac-coureur Miller was na zijn testdag op de V4-Yamaha redelijk tevreden: “Een goede eerste dag. Er is natuurlijk nog werk aan de winkel, maar we zijn op de goede weg.” Volgens Miller was de test vooral bedoeld om de nieuwe machine te leren kennen en er een eigen gevoel voor te ontwikkelen.
Hij prees de sterke tijd van Quartararo, die hij zelf met ruim negen tienden niet wist te evenaren. Hij had echter “duidelijke punten” geïdentificeerd waaraan hij moest werken met betrekking tot feedback en afstelling: “Gelukkig hebben we morgen nog een dag om een paar details glad te strijken en de nodige informatie te verzamelen voor Maleisië.”
Over het veelbesproken gevoel aan de voorkant zei Miller: “De M1 had een opmerkelijke voorkant. Als je daarvan afstapt, voelt elke andere motorfiets als een stap terug.”
Hij kon daarom de frustratie begrijpen die testrijder Augusto Fernandez onlangs uitte. Toch was Miller optimistisch: “Ja, daar moeten we aan werken. Maar zodra we een richting hebben gevonden, zal dat een oplosbaar probleem zijn.“
Technisch gezien classificeerde Miller de V4 als een mix van eigenschappen van verschillende fabrikanten: ”Hij heeft duidelijk Yamaha-DNA. Het geluid neigt een beetje naar Honda of KTM. Qua gewicht en traagheid doet hij eerder denken aan Ducati. Tegelijkertijd heeft de motor zijn eigen karakteristieken.”
Voor hem is het cruciaal dat Yamaha zich nu volledig op het nieuwe project richt: “Nu het oude project is afgerond, zijn alle handen vrij voor de nieuwe machine – alleen al deze mankracht zal de ontwikkeling vooruit helpen”, aldus Miller.
Rins: “Ik voel me nu veel beter bij het remmen”
In tegenstelling tot zijn merkgenoten kon Rins ten opzichte van Misano duidelijk vooruitgang boeken, ook al waren er aan de motor zelf nauwelijks grote onderdelen veranderd: “De machine is licht verbeterd. De versnellingsbak of grote onderdelen zijn niet veranderd, maar ik voelde me beter dan in Misano.”
Bijzonder verheugend is dat de krachtoverbrenging nu aanzienlijk soepeler verloopt. Rins reed weliswaar maar een paar ronden (33), maar de ronden die hij reed, waren “echte, veelzeggende ronden”. Hij testte veel verschillende set-ups en experimenteerde met het zwaartepunt van de motor en de geometrie van het chassis. Op de vraag of de V4 in principe beter bij zijn stijl past dan de motor met lijnmotor, antwoordde Rins duidelijk: “Bij het remmen wel. Veel beter zelfs.” Met de viercilinder in lijn remde hij de motor praktisch alleen met het voorwiel af.
Met de V4 kan hij voor het eerst beide wielen gebruiken: “Bij het remmen gaat de motorfiets iets schuin staan en dat helpt enorm.” Maar ook Rins ziet nog grote tekortkomingen. “We missen nog wat topsnelheid. En bij het accelereren hebben we moeite”, constateert hij.
“We kunnen de motor beter rechtop zetten dan met de lijnmotor, maar juist daardoor missen we tractie bij het uitkomen van de bocht.” Dat wordt zijn belangrijkste focus voor woensdag.




