Sommige fans vragen zich af waarom Lando Norris zondag zijn voorvleugel niet hoefde te vervangen, maar de FIA grijpt in dergelijke gevallen al langer niet meer in.
“Ze willen dat Lando het kampioenschap wint”, schrijft een duidelijk boze Formule 1-fan na de Grand Prix van Singapore op sociale media. En hij is niet de enige die vindt dat Lando Norris zondag door de FIA bevoordeeld werd.
Talrijke fans storen zich aan het feit dat de Brit de nachtrace mocht uitrijden met een duidelijk beschadigde voorvleugel, terwijl de wedstrijdleiding in het verleden andere auto’s met soortgelijke defecten al uit de race heeft gehaald.
De vleugel van Norris ging meteen bij de start kapot, toen hij in de tweede bocht licht tegen Max Verstappen aanreed. Daarbij raakte de eindplaat aan de linkerkant zo beschadigd dat deze naar buiten knikte. Maar McLaren haalde Norris daarom niet naar de pit.
En ook bij zijn reguliere pitstop later in de race heeft McLaren de kapotte vleugel niet vervangen. Veel fans zijn hier boos over, omdat in het verleden in dergelijke gevallen vaker de zwart-oranje “spiegelei-vlag” werd gebruikt.
Als de wedstrijdleiding deze vlag toont, moet de betreffende coureur naar de pitstraat komen om zijn auto te laten repareren – in dit concrete geval de voorvleugel. Haas-coureur Kevin Magnussen maakte dit bijvoorbeeld meerdere keren mee in het seizoen 2022.
Hoewel sommige waarnemers hierdoor een complot vermoeden, is de echte reden waarom de wedstrijdleiding in Singapore niet ingreep heel eenvoudig. Eind 2022 werd namelijk al besloten om de ‘spiegelei-vlag’ aanzienlijk minder vaak te gebruiken.
Wat leidde tot een heroverweging bij de FIA
De aanleiding voor die beslissing was een situatie rond Fernando Alonso tijdens de Grand Prix van de VS in Texas. Alonso verloor daar zijn spiegel, maar reed de race toch uit. Achteraf kreeg hij een tijdstraf, die na verschillende wendingen echter weer werd ingetrokken.
Deze merkwaardige zaak riep de vraag op in welke situaties de wedstrijdleiding de zwart-oranje vlag moest gebruiken. De toenmalige McLaren-teambaas Andreas Seidl eiste “een meer uniforme regeling, zodat iedereen in het rennerskwartier […] weet hoe de regels worden geïnterpreteerd”.
De FIA besloot daarop om de vlag alleen nog te gebruiken bij grotere gevaren voor de veiligheid. Alan Permane, destijds sportdirecteur bij Alpine en nu teambaas bij Racing Bulls, zei toen dat de FIA had ingezien “dat het een beetje te ver was gegaan”.
“Ik denk dat kleine beschadigingen, zoals een spiegel of een vleugelplaat […] voortaan niet meer als overtreding worden beschouwd, waarvoor een zwart-oranje vlag nodig zou zijn”, aldus Permane destijds. En inderdaad wordt de “spiegelvlag” sindsdien aanzienlijk minder vaak gebruikt.
Tijdens de race op zondag in Singapore was bijvoorbeeld de voorvleugel van de Sauber van Gabriel Bortoleto na een startongeluk nog aanzienlijk zwaarder beschadigd dan die van de auto van Norris. Maar ook hier greep de wedstrijdleiding niet in en het team verving de vleugel later vrijwillig.
En al in 2023 zorgde de toen nog vrij nieuwe richtlijn van de FIA voor discussie, toen bij de Grand Prix van Canada zelfs de complete achtervleugel van de Alpine van Esteban Ocon lichtjes losraakte. Ook toen mocht de Fransman de race echter zonder tussenkomst van de FIA uitrijden.




