Dubbele overwinning in Sao Paulo, maar geen euforie: WK-leider Lando Norris is kritisch en blijft waarschuwen voor Max Verstappen
WK-leider Lando Norris is “redelijk tevreden” met zijn Formule 1-weekend in Brazilië. Geen wonder: hij startte in beide races vanaf poleposition en won beide races. Maar één ding stoorde de McLaren-coureur: zijn eigenlijk “geweldige weekend” verliep “niet helemaal vlekkeloos”, aldus Norris.
Hij ergert zich vooral aan de kleine voorsprong in de Grand Prix. “In Mexico lagen we 30 seconden voor en daar was ik tevredener over de balans. Deze keer was het maar tien seconden en Max Verstappen kwam aan het einde vrij snel dichterbij. Ons tempo was dus niet geweldig”, legde Norris uit. “En omdat we hoge eisen aan onszelf stellen, zijn er een aantal dingen die we moeten analyseren.”
Hij beseft dat dit kan worden opgevat als “zeuren op hoog niveau”. “Als coureur heb je altijd wel ergens over te klagen. Maar over het geheel genomen hebben we het heel goed gedaan: ik was er in elke sessie toen het ertoe deed. Dat is precies waarom ik naar Brazilië ben gevlogen: ik wilde het maximale aantal punten halen. Dat is me gelukt”, aldus Norris.
De McLaren-coureur wil echter niet spreken van een keerpunt in de strijd om de wereldtitel, hoewel hij zijn voorsprong op Oscar Piastri en Verstappen aanzienlijk heeft vergroot. “Dat is geen reden om nu al euforisch te worden”, verklaarde Norris. “Ik ben tevreden, maar we hebben nog een lange weg te gaan. Ik moet week na week sterke resultaten blijven neerzetten.”
Want Norris houdt Verstappen nog steeds in de gaten: “Ik weet zeker dat hij in de komende races weer een bedreiging zal vormen. Dat is hij altijd. Hij zal tot het einde alles geven. En wie weet wat er nog gebeurt in het kampioenschap? Speculeren heeft geen zin, maar met zijn tempo had hij de Grand Prix waarschijnlijk gewonnen als hij alleen maar verder vooraan was gestart.”
“Maar zo gaat dat nu eenmaal: niet alles loopt altijd perfect en fouten zijn snel gemaakt. Wij hebben dit weekend daarentegen optimaal gepresteerd, en dat is het enige dat telt.”

