De transferperiode is nog tien dagen open, maar de Engelse Premier League heeft nu al meer geld uitgegeven dan ooit tevoren. Met de transfer van Noah Okafor is een nieuw record gevestigd.
Donderdag was het zover: Leeds United maakte ’s middags de transfer van de Zwitser Noah Okafor van AC Milan bekend.
Volgens informatie van The Athletic betaalt de promovendus in de Premier League 18 miljoen Britse pond (ongeveer 21 miljoen euro) aan de Rossoneri. Daarmee hebben de 20 clubs van de Premier League een nieuw transferrecord gevestigd: Het oude record van 2,36 miljard pond dateerde uit de zomer van 2023, maar volgens de BBC is dat bedrag nu door de transfer van Okafor overschreden. Door Okafor en eerder de transfer van Amine Adli van Leverkusen naar AFC Bournemouth zijn de uitgaven gestegen tot 2,37 miljard pond (ongeveer 2,74 miljard euro).
Dit bedrag zal waarschijnlijk nog stijgen, want de transferperiode is in Engeland, net als in de Bundesliga, nog open tot 1 september. Wel “korter” dan in de afgelopen jaren, want deze sluit niet meer om middernacht, maar om 19 uur (MESZ).
En het is goed mogelijk dat ook de grens van 3 miljard pond wordt doorbroken. Er zijn namelijk nog tien dagen om nieuwe spelers aan te trekken en er staan nog enkele transfers met grote bedragen op stapel of in de pijplijn, zoals die van Eberechi Eze van Crystal Palace naar Arsenal.
Ongeveer 137 miljoen euro per club
De kampioen in geld uitgeven deze zomer is tot nu toe FC Liverpool. Gemiddeld heeft elk van de 20 clubs ongeveer 137 miljoen euro uitgegeven aan nieuwe spelers. Alleen al de Reds hebben tot nu toe ongeveer 340 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe spelers – bedragen waar de meeste andere clubs in Europa alleen maar van kunnen dromen.

