Esteban Ocon vindt de meeste fans sympathiek, maar de Formule 1-coureur vertelt ook over grensoverschrijdend gedrag
Formule 1-coureur Esteban Ocon heeft inzicht gegeven in de schaduwkanten van het fan-zijn en verteld over gevoelige interacties, variërend van obsessie tot openlijke vijandigheid.
De Grand Prix-winnaar, die sinds zijn debuut in 2016 al vier podiumplaatsen heeft behaald, heeft natuurlijk veel contact met fans. In een interview met het Franse YouTube-kanaal Legend prees hij de meeste fans als “super aardig”, maar onthulde hij ook zeer onaangename ervaringen. Een incident betrof een fan die dwars door Frankrijk naar het huis van zijn familie reed.
“Op een keer nam een vrij oude man een taxi omdat ik in zijn ogen als een zoon voor hem was, alleen maar omdat ik hem een keer een handtekening had gegeven”, vertelt Ocon. “Hij nam een taxi van Zuid-Frankrijk naar Evreux [Normandië], waar mijn ouders wonen. Hij had hun adres achterhaald.”
Gevoelig verhaal van een “oude man”
“Hij belde aan op de intercom”, vervolgt de Fransman. “Ik was weg en mijn ouders ook, dus mijn grootmoeder was alleen thuis. Hij vroeg mijn grootmoeder: ‘Mag ik binnenkomen?’. Mijn grootmoeder zei natuurlijk nee. Daarop werd de man boos en zei: ‘Mijn zoon komt zo thuis’, en daarmee bedoelde hij mij.“
De situatie was delicaat: ”Hij had al zijn geld uitgegeven aan de taxi en wist niet echt waar hij heen moest. Maar wij kenden deze man niet.“ Ocon concludeert: ”Uiteindelijk is hij weggegaan, maar het is toch een beetje eng als iemand zo achter je adres komt.”
Haat op straat
Ocon vertelde ook over een directe confrontatie met iemand in het openbaar, die zijn afkeer van de huidige Haas-coureur uitte.
“Een fan op straat kwam naar me toe en zei: ‘Hé, ik mag je niet’”, citeert Ocon de man. “Ik zei: ‘Oh ja? Waarom?’ Hij zei: ‘Ik mag je niet, ik vind je uitstraling op sociale media helemaal niet leuk.’“
Deze directe afwijzing raakte hem in eerste instantie. ”Ik geloof niet dat ik een slecht mens ben. Ik heb nog nooit iemand pijn gedaan“, aldus Ocon. ”Het feit dat hij zei dat hij me niet mocht, terwijl hij me niet kent, raakte me toch wel een beetje.”
“Uiteindelijk hebben we tien minuten op de stoep gepraat. We hebben over veel dingen en situaties gesproken. Hij legde uit waarom hij dacht dat ik geen aardige vent was. En aan het einde van het gesprek zei hij: ‘Weet je wat, ik ben van gedachten veranderd. Ik vind je wel aardig!’”

