Site pictogram Sports of the Day

Legendes op 37: waarom Cristiano Ronaldo menselijk is

Onder coach Erik ten Hag is Cristiano Ronaldo niet langer een topper bij Manchester United, maar bijna alleen nog maar bankzitter. Is dat ongewoon voor een aanvaller van wereldklasse op de leeftijd van 37 jaar?
Het feit dat Cristiano Ronaldo nu loopduels verliest tegen middenvelders van wie hij er tien jaar geleden op 30 meter nog 20 zou hebben gepakt, ondanks zijn nog steeds schrikbarend lage lichaamsvetpercentage, laat geen conclusies toe over zijn nog steeds gespierde lichaam – d.w.z. of hij er überhaupt nog wat aan heeft.

Omdat zijn fysieke fitheid er ook voor zorgt dat CR7 in de late herfst van zijn carrière nog grotendeels gespaard blijft van ernstige blessures – naast vooruitgang in de geneeskunde of meer bescherming van aanvallers door de scheidsrechters. Michel Platini, misschien wel Europa’s meest productieve spelmaker van de jaren tachtig, hing zijn schoenen aan de wilgen op 31-jarige leeftijd, geplaagd door blessures; Marco van Basten speelde zijn laatste wedstrijd op 28-jarige leeftijd vanwege aanhoudende enkelproblemen.

Pelé en Maradona laten het allemaal afweten

Naamgenoot Ronaldo, de tweevoudig wereldkampioen uit Brazilië, moest zelfs al begin 20 vrezen voor zijn carrière en had de wereldklasse aan het eind van zijn twintiger jaren al de rug toegekeerd, vooral vanwege zijn knieblessures. Het “fenomeen” sleepte zich uiteindelijk voort tot 34 jaar – de leeftijd waarop Zinedine Zidane verstandig besloot zijn carrière op een hoogtepunt te beëindigen als de “beste speler” van het Wereldkampioenschap 2006.

Pelé, versleten door een totaal van meer dan 1000 optredens, had zijn carrière bij de nationale ploeg al op 30-jarige leeftijd beëindigd, maar op clubniveau bleef hij tot zijn 37ste ontwikkelingswerk doen in de falende Amerikaanse competitie NASL, met een vorstelijk salaris.

Ook Diego Maradona, getekend door slijtage van diverse aard, ging pas op bijna 37-jarige leeftijd met pensioen, hoewel de Argentijnse speler van wereldklasse al na de Wereldcup van 1990 afscheid had genomen. Maradona was toen net 29.

Eusebio, de uitzonderlijke atleet, was vrijwel sportinvalide tegen de tijd dat hij 35 was, en op die leeftijd gaf Gerd Müller, de “bommenwerper”, het ook op – net als zijn Portugese tegenhanger, allang een schaduw van zijn vroegere zelf in de NASL.

Aanvallers van wereldklasse zijn gewoon niet ontworpen door de hoge eisen die aan hen worden gesteld om op zo’n voor hen bijbelse leeftijd nog als zodanig te kunnen bestaan, waarin Cristiano Ronaldo (wordt in februari 38) nu ook verkeert. Op die leeftijd werd zelfs een Alfredo di Stefano bij Real Madrid, na tien jaar lang het absolute middelpunt van het koningspel te zijn geweest, uiteindelijk min of meer afgedankt.

Puskas met lef en uithoudingsvermogen

Maar waar een ongeschreven regel is, zijn er altijd een paar uitzonderingen. De 37-jarige Johan Cruyff, die inmiddels ook naar de NASL was vertrokken, leidde Feyenoord Rotterdam in het laatste seizoen van zijn carrière naar de Nederlandse dubbel als speler van het jaar. Romario, wereldkampioen en wereldvoetballer van 1994, werd in 2005 – op 39-jarige leeftijd – topscorer van Brazilië.

Nu – in tegenstelling tot CR7 – was geen van de twee op de terugweg opnieuw verhuisd naar wat waarschijnlijk de beste competitie ter wereld is, waar het spel waarschijnlijk fysieker wordt gespeeld dan waar dan ook. Ferenc Puskas daarentegen, die toen al een paar kilo meer woog, slaagde erin om op 36- en 37-jarige leeftijd topscorer van Spanje te worden voor Real Madrid – en de royals telkens naar het kampioenschap te schieten. Maar er werd ook geen druk van hem verlangd.

Mobiele versie afsluiten