Waarom Timo Glock na de wissel van auto bij McLaren door Ben Dörrs pole een flinke klap te verwerken kreeg en waarom hij zich toch gesterkt voelt
Wat de buitenwereld betreft, maakte Timo Glock geen goede indruk tijdens de DTM op de Nürburgring: hoewel de ex-Formule 1-coureur eindelijk plaats mocht nemen in de zogenaamd betere McLaren 720S GT3 Evo van zijn teamgenoot Ben Dörr, die Glocks onbeminde auto overnam, trok hij duidelijk aan het kortste eind. En hoe!
Dörr pakte zondag zijn eerste DTM-pole en was 0,725 seconden sneller dan zijn 43-jarige teamgenoot, die slechts 19e werd. Is daarmee weerlegd dat Glock een nadeel had met zijn auto? Ook de kwalificatie op zaterdag wijst daarop, waarin Dörr op de zevende plaats eindigde en Glock, die vanaf de 13e plaats startte, 0,276 tienden langzamer was.
“Als we naar de resultaten kijken, ja”, antwoordt technisch directeur Robin Dörr op de vraag of het eerdere nadeel van Glock daarmee is weerlegd. “We moeten nu echter heel neutraal de gegevens meenemen naar huis en ze rustig evalueren. Dan kunnen we een duidelijke uitspraak doen.” Glock zelf voelt zich echter gesterkt door het raceweekend – en heeft een verklaring.
“Andere coureurs doen wat ik ook zou doen”
“Mijn rijstijl, die op elke andere auto werkt, werkt momenteel niet echt op deze auto”, zegt de coureur uit Odenwald na zijn uitval in de race van zondag vanwege een versnellingsbakprobleem. “Ben heeft een bepaalde rijstijl en kent de auto alleen zo en kan dat heel goed toepassen.”
Wat bedoelt Glock precies? “Gewoon dat je meer op de rem kunt gaan in de bocht”, “Met deze auto moet je remmen, dan van de rem af, de auto even laten rollen en op een gegeven moment weer gas geven als de auto dat toelaat. Maar als coureur probeer je natuurlijk ook de auto in de bocht iets te sturen met de rem en het gas.”
Dat is “momenteel niet mogelijk met andere GT3-auto’s, of het nu een Porsche, BMW of wat dan ook is”. Dat blijkt volgens Glock ook uit de tv-beelden: “Als ik onboardbeelden bekijk, doen andere coureurs niets anders dan wat ik ook zou doen. Maar met deze auto gaat dat gewoon niet.”
Hoe de wisseling van auto voor Glock heeft uitgepakt
Toch geeft de auto hem na de wisseling “meer deze rijstijl”, maakt Glock duidelijk. “Daarom was ik vrijdag nog de snelste. Dat kwam niet uit het niets.” Bovendien kon hij “dit keer met Preining & Co.“, ”wat ik voorheen niet kon.“
En: volgens eigen zeggen kon hij de snelle tijden op vrijdag ”vier, vijf, zes ronden achter elkaar rijden, omdat de auto dat constant toelaat. Maar dan verder in die richting gaan en de auto meer op mijn rijstijl afstemmen, werkt niet.”
Deze bittere conclusie werd getrokken tijdens de kwalificatie op zondag na een experiment met de afstelling. “We zeiden: ‘Kom op, laat maar zitten, we proberen nog een keer!’”, aldus Glock over de beslissing op zaterdagavond. “Als het niet werkt, hebben we weer iets geleerd.”
Glocks conclusie: “Als coureur moet je je aanpassen aan de auto.”
Vervolgens “waren we in de kwalificatie in de eerste en derde sector drie tienden langzamer en in de tweede sector een van de snelste, maar dat werkte niet in de langzame bochten”, legt hij het probleem uit. Daarom moet men nu “teruggaan naar wat we vrijdag hadden en daarop voortbouwen. Dat is de enige manier die op dit moment werkt“, zegt Glock schouderophalend.
Waarom was hij ook op zaterdag in de kwalificatie langzamer dan Dörr? ”Ik kreeg de ronde gewoon niet perfect voor elkaar en raakte in de laatste sector de chicane niet goed. Daar verloor ik anderhalf, twee tienden ten opzichte van Ben.”
Glock maakt echter duidelijk dat het bij de wisseling van auto niet om zijn eigen voordeel ging, maar “om te begrijpen: het ene deel is de auto en het andere deel is dat je je als coureur meer aan de auto moet aanpassen dan dat je de auto aan de coureur kunt aanpassen. Tot die conclusie zijn we nu gekomen, ook ik voor mezelf.”

