Wordt een DTM-startplaats in de toekomst een handelsartikel? Waarom de ADAC het NASCAR-model wil overnemen en het idee ook bij de teams in de smaak valt
Gaat de DTM in de toekomst voor een franchisemodel? De teams zouden dan – net als sinds 2016 in de NASCAR-serie met het chartersysteem en sinds dit jaar ook bij de IndyCars – een gegarandeerde DTM-startplaats verwerven. In ruil daarvoor zouden ze meer inspraak krijgen en ook kunnen profiteren van de inkomsten van de raceserie.
“We denken erover na – en willen zoiets ook aanbieden”, Wat ervoor spreekt: De belangstelling van het publiek voor de serie is de afgelopen jaren gestaag toegenomen en ook het aantal deelnemers blijft stabiel. Zeven van de twaalf teams van het seizoen 2025 hebben de afgelopen drie jaar meegedaan. Wat 2026 betreft, was er deze keer vooraf geen enkele onzekerheid en zullen de kernteams zeker aan de start verschijnen in het komende seizoen.
Dörr-baas pleit voor franchisemodel: “Stimulus om mee te doen”
Ook bij de DTM-deelnemers is er grote belangstelling voor een franchisemodel, omdat de ADAC daarmee planning- en financiële zekerheid zou creëren. Vooral Rainer Dörr, die met zijn McLaren-team Dörr Motorsport in 2024 in de DTM is gestapt en ook in 2026, het laatste jaar van het driejarenplan, aan boord is, zet zich in voor de invoering ervan.
“De raceteams investeren veel geld”, legt de teameigenaar uit Frankfurt uit. “Als de raceserie waarde creëert en je als team een vergoeding krijgt als je je plaats vrijmaakt, dan zou dat een stimulans zijn om mee te doen.”
Dörr vergelijkt de situatie met de Formule 1, waar het deelnemersveld beperkt is en een nieuw team een instapvergoeding van ongeveer 200 miljoen dollar moet betalen.
“ADAC moet zeggen dat het bij 24 auto’s ophoudt”
Ook in de DTM moeten de teams een inschrijfgeld van ongeveer 100.000 euro per auto betalen om aan het seizoen deel te nemen. Het deelnemersveld is in 2026 beperkt tot 28 auto’s. Op dit moment lijkt het er echter niet op dat deze limiet ook maar in de buurt komt.
“De ADAC zou moeten zeggen dat er bij 24 auto’s een einde aan komt – en dat je alleen mee kunt doen als een team afvalt”, zegt Rainer Dörr. Zo zou men “samen iets kunnen opbouwen”.
ADAC: hoeveel inspraak van de teams is gezond?
Voor de ADAC is het model waarbij een DTM-startplaats een handelsartikel wordt, absoluut denkbaar. “Als een team zegt dat het niet meer kan of wil deelnemen, zou het de startplaats met de bijbehorende vergunningen kunnen doorverkopen”, bevestigt ADAC-motorsportchef Voss.
Hij vindt het echter belangrijk dat de ADAC, ondanks de opwaardering van de teams als stakeholders, de koers blijft bepalen. “Een franchisesysteem is voor mij meer een zakelijke deal dan dat je bij een dergelijk systeem echt over sportieve details praat”, legt hij uit.
“Ik wil nu geen commissie van acht, negen, tien besluitvormers over de kalender”, geeft Voss als voorbeeld. “Dat moet in één hand zijn, anders ontstaan er belangenconflicten.”
Wanneer is een invoering realistisch?
Men moet daarom “goed nadenken: waar geef je de teams inspraak, waar liggen hun belangen en waar hebben ze misschien geen belang bij? Dat is belangrijk om te voorkomen dat zaken verwateren of in eindeloze discussies verzanden.”
Hoe snel is een invoering realistisch? Dat is de grote vraag. Gezien de bestaande structuren en de complexiteit van het onderwerp is een implementatie op korte termijn echter zeker niet te verwachten.

