Ook al bevalt het hem niet, Lewis Hamilton gaat steeds meer in de richting van Charles Leclerc – Brit enthousiast na de training op vrijdag in Silverstone
Lewis Hamilton’s gewenning bij Ferrari blijft een centraal thema in het Formule 1-paddock. Na aanvankelijke moeilijkheden lijkt de zevenvoudig wereldkampioen steeds meer te wennen aan de overstuurrijke afstelling van teamgenoot Charles Leclerc, ook al past die niet bij zijn natuurlijke rijstijl.
Volgens Jerome D’Ambrosio, adjunct-teambaas van Ferrari, zal deze koers waarschijnlijk tot het einde van het seizoen worden aangehouden: “Op dit moment is het zeker zo dat de overstuurde afstelling het dichtst bij het maximale potentieel van de auto ligt”, zegt de Belg tijdens de Grand Prix in Silverstone.
“Charles rijdt al een aantal races met deze afstelling en het heeft voor hem goed gewerkt. Lewis is recentelijk in deze richting meegegaan – en maakt het ook voor zichzelf functioneel.“
Dat is uiteindelijk een gevolg van de huidige regelgeving: ”We zien over het algemeen een zeer nerveus instuurgedrag. Dat komt ook door de beperkingen van het technisch reglement. De auto’s zijn gewoon nerveus – en de coureurs moeten daar tot op zekere hoogte mee kunnen omgaan.”
Hamilton had tijdens het raceweekend in Spielberg zelf verklaard dat de afstelling van zijn teamgenoot naar zijn smaak te veel overstuur gaf, maar dat hij zich daar noodgedwongen aan aanpaste. Dat lijkt geen permanente oplossing, maar op dit moment is er geen alternatief. “Als je het maximale uit de auto wilt halen, moet je daarin meegaan”, aldus D’Ambrosio.
Zal 2026 Hamilton beter liggen?
Tegelijkertijd werkt Hamilton echter al intensief aan het langetermijnperspectief: de auto voor het seizoen 2026. Daar wil hij zijn ideeën sterker laten meespelen. Vooral de samenwerking met voormalig Mercedes-ingenieur Loic Serra, die samen met hem naar Ferrari is overgestapt, speelt daarbij een rol.
“Loic kent Lewis heel goed, dat helpt natuurlijk bij de communicatie”, legt D’Ambrosio uit. “Maar je moet oppassen hoe je dat interpreteert. De auto wordt niet rond een coureur gebouwd, maar om maximale prestaties te halen – meer neerwaartse druk, meer efficiëntie. Pas in de tweede fase gaat het om de fijnafstemming, zodat de coureurs zich prettig voelen.“
Dat Hamilton probeert meer invloed uit te oefenen op het concept voor 2026 is volkomen normaal – en ook wenselijk. ”Natuurlijk luisteren we naar onze coureurs – allebei”, benadrukt de vice-teambaas met een glimlach.
“Vaak zien we tijdens de vergaderingen in Maranello dat hun ideeën zelfs sterk overlappen – conceptueel weten ze allebei vrij precies wat ze nodig hebben. We discussiëren openlijk met beiden, meerdere keren per jaar, en proberen vervolgens deze behoeften te vertalen naar prestaties.”
De invloed van de coureurs op de ontwikkeling van een volledig nieuwe auto is weliswaar niet onbeperkt, maar zeker niet gering: “Er zijn natuurlijk objectieve parameters – je wilt de snelste auto bouwen. Maar binnen deze richtlijnen is er speelruimte die we kunnen gebruiken om de coureurs tools te geven waarmee ze de auto aan hun stijl kunnen aanpassen. Dat is een evenwicht.”
Ferrari: Er is niet altijd een perfecte auto
Dat Lewis Hamilton nauw contact heeft met het ontwikkelingsteam is dan ook geen verrassing, temeer omdat Ferrari hem niet alleen heeft aangetrokken vanwege zijn kwaliteiten op het circuit, maar ook vanwege zijn schat aan ervaring. “Lewis brengt enorm veel knowhow mee, vooral met het oog op de langetermijnstrategie”, benadrukt D’Ambrosio. “Dat is een grote aanwinst voor ons.”
Toch rijst de vraag hoe lang Hamilton zich als coureur kan schikken in een set-up die hem eigenlijk niet ligt. De eerste races in het rood stonden in het teken van aanpassingen, experimenten en af en toe wat frustratie. In Spielberg klonk Hamilton enigszins berustend: “Het is niet mijn favoriete balans, maar zo rijdt de auto nu eenmaal het snelst.”
Voor D’Ambrosio hoort dat bij het werk: “Het gaat er niet altijd om dat je een auto hebt die meteen perfect aanvoelt. Het gaat erom dat je het maximale haalt uit wat je hebt. En daarin is Lewis een van de besten.”
Dat Ferrari met twee coureurs van topklasse werkt, ziet de Belg als een grote kracht: “We hebben het geluk dat we twee coureurs hebben die heel precies weten wat ze willen – en wat een auto snel maakt. En uiteindelijk is dat precies wat telt.” Ook al zijn de wegen daar naartoe misschien verschillend.
Tevredenheid na de start van de training
Tijdens de training op vrijdag in Silverstone zat Ferrari vooraan. Hamilton werd derde, drie tienden achter de beste tijd van Lando Norris, teamgenoot Charles Leclerc was weer iets sneller en eindigde op de tweede plaats.
“Het was een hele goede dag”, straalt Hamilton na zijn thuisdebuut. “Red Bull en McLaren hadden vandaag een upgrade. Dat we toch nog mee kunnen doen, ondanks dat zij vandaag een stap vooruit hebben gezet, is echt positief”, looft hij en bevestigt het betere gevoel met de SF-25.
“Ik maak inmiddels grote vorderingen met de auto en voel me veel beter, ik weet nu beter wat de auto nodig heeft”, knikt hij. “Ik denk dat we in FT2 nog niet waren waar we wilden zijn. In FP2 hadden we zeker wat meer te kampen, maar we weten welke veranderingen we voor de volgende sessie moeten doorvoeren.”
Hij en Ferrari kunnen dus zeker dromen van een sterk weekend, zoals hij zegt. Maar: “Het realiseren, alles samenbrengen en het maximale eruit halen is weer een heel ander verhaal.”
“Maar ik ga me zo goed mogelijk voorbereiden om ervoor te zorgen dat we het beste resultaat behalen”, aldus de Brit. “Ik denk dat het morgen misschien gaat regenen, en zondag ook. Dus ik ga mijn best doen om daarop voorbereid te zijn.”

