Tussen Abu Dhabi en Barcelona blijft er nauwelijks tijd om op adem te komen: waarom de winterstop 2025/26 voor de Formule 1-teams een zenuwslopende aangelegenheid wordt
De voorbereiding op het Formule 1-seizoen 2026 wordt een krachttoer voor de teams, omdat de winterstop extreem kort is – “bijna onbestaande”, aldus Alpine-teambaas Steve Nielsen. Tussen de laatste race op 7 december 2025 in Abu Dhabi en de eerste testdag op 26 januari 2026 in Barcelona liggen namelijk slechts 50 dagen.
Maar in deze korte tijd gebeurt er veel: op de dinsdag na de seizoensfinale vindt in Abu Dhabi de traditionele Young Driver Test plaats. Enkele dagen later ontvangen de top 3 in het coureurs- en constructeursklassement hun trofeeën tijdens het officiële FIA-gala.
Kort daarna gaan alle betrokkenen de kerstvakantie in – inclusief sluiting van de fabriek, zoals vastgelegd in het reglement. En kort na Nieuwjaar staan de eerste functietests van de nieuwe auto’s op het programma.
“Van buitenaf lijkt het misschien alsof je het ene seizoen afsluit en naadloos aan het volgende begint, maar de overlap is enorm. Het is allemaal ontzettend compact”, zegt Nielsen.
Herinneringen aan 2013/14 komen boven
Het Formule 1-schema was voor het laatst zo strak vóór het begin van het turbo-hybride tijdperk: het seizoen 2013 eindigde op 24 november en de eerste test begon op 28 januari 2014. Destijds hadden de teams dus twee weken meer om zich voor te bereiden op het nieuwe technische hoofdstuk, maar toch bleek de start van de tests voor veel teams moeilijk.
De vergelijking met de afgelopen winterstop maakt ook duidelijk wat de Formule 1 te wachten staat: in 2024 eindigde het seizoen op 8 december en begonnen de eerste testritten voor 2025 op 26 februari – er was een maand meer tijd dan voor het seizoen 2026.
Betrouwbaarheid is cruciaal
En dat alles gebeurt onder een volledig nieuw technisch reglement. “Dat maakt het voor ons allemaal een grote uitdaging”, zegt Aston Martin-teambaas Andy Cowell. “We hebben te maken met nieuwe technologie, duurzame brandstoffen en een gewijzigde aerodynamica – in feite dus met een volledig nieuwe auto. En de datum van de eerste race kan niet worden uitgesteld.”
Achter de schermen werken de teams daarom “zo hard mogelijk” om op tijd klaar te zijn. Maar niet tegen elke prijs, benadrukt Cowell: “Je krijgt alleen punten als je ook de finish haalt. Precies die balans moeten we vinden.” Er is dus niet alleen snelheid nodig, maar ook betrouwbaarheid.
Dat wordt vooral een factor voor de renstallen die in 2026 met een andere motorfabrikant aan de start verschijnen. Aston Martin is zo’n team na de overstap van Mercedes naar Honda. Alpine stapt bijvoorbeeld over van eigen Renault-motoren naar klantmotoren van Mercedes, Audi brengt de eerste eigen Formule 1-motor mee.
In 2026 meer “spanning” dan normaal?
Daarom verwacht Cowell een voorzichtige start van de wintertests: “Zullen we daar dagelijks 800 kilometer afleggen, zoals tien maanden geleden in Bahrein? Nee.”
“Het gaat erom alles samen te brengen en ervoor te zorgen dat alles werkt, dat de auto de baan op gaat – en op eigen kracht weer terugkomt. Dat is de spanning in de ontwikkelingsfase – net als in 2014 in Jerez, toen we allemaal voor het eerst reden.”
In 2014 haalde Red Bull niet eens 100 kilometer
De balans was toen ontnuchterend: van de acht deelnemende teams haalden slechts vier meer dan tien ronden op de eerste testdag in Jerez. Ferrari was de enige renstal die meer dan honderd kilometer aflegde – ongeveer een derde van een Grand Prix-afstand.
Aan het einde van de eerste testweek hadden Mercedes, Ferrari en McLaren-Mercedes toch elk meer dan 1.000 kilometer afgelegd. Red Bull-Renault daarentegen haalde met slechts 21 ronden zelfs niet de 100 kilometer.
Waarom 2014 zich niet mag herhalen
Volgens Williams-teambaas James Vowles zal het in 2026 niet zo erg worden. Hij zegt: “Het veld zal veel dichter bij elkaar liggen. Ik kan jullie die zorg een beetje wegnemen.“
Bovendien is de Formule 1 bereid om maatregelen te nemen voor noodgevallen: ”We voeren nu al open gesprekken over wat er gebeurt als een motorfabrikant voorop loopt of achterblijft – hoe we ervoor kunnen zorgen dat iedereen op een vergelijkbaar niveau tegen elkaar strijdt”, legt Vowles uit.