Vanaf 2026 veranderen auto’s, motoren en aerodynamica fundamenteel – een situatie die vooral in het voordeel zou kunnen werken van de nieuwkomers.
Het seizoen 2025 wordt nu al beschouwd als een jaar met ongewoon veel nieuwkomers. Maar de hoop op een nieuwe “supergeneratie” is slechts gedeeltelijk uitgekomen. Jack Doohan verloor nog voor het einde van het seizoen zijn cockpit, Franco Colapinto kampt bij Alpine met een dalend vertrouwen en zelfs een topcoureur als Kimi Antonelli had het moeilijk bij Mercedes.
Oliver Bearman, die in 2024 in Saoedi-Arabië een schitterend debuut maakte bij Ferrari, beleeft bij Haas een wisselvallig seizoen. Isack Hadjar is tot nu toe de meest constante coureur bij Racing Bulls. Een van de redenen voor deze moeilijkheden ligt in het huidige reglement.
De ground effect-generatie dwingt de teams om de auto’s extreem laag en hard af te stellen. Dat zorgt voor veel downforce, maar neemt het gevoel voor de limiet bij de coureurs weg. “De auto’s zijn in dit tijdperk erg moeilijk te besturen. Als het vertrouwen ontbreekt, verlies je meteen veel tijd”, aldus Bearman.
Terug naar af
Vooral rijstijlen die gebaseerd zijn op laat remmen en agressief insturen werken nauwelijks meer. Zelfs ervaren coureurs hebben moeite om de balans te vinden tussen maximale downforce en rijeigenschappen. Met de nieuwe regels vanaf 2026 zou het beeld kunnen veranderen.
De auto’s worden lichter, smaller en uitgerust met actieve aerodynamica. De aandrijvingen leveren hun vermogen in de toekomst in een verhouding van 50:50 uit verbrandingsmotoren en hybride systemen. Dit maakt de cockpit aanzienlijk complexer.
Ferrari-coureur Charles Leclerc zei al dat men zogenaamde “spiergeheugen”, oftewel lang getrainde reflexen, moet afleren. McLaren-coureur Oscar Piastri bekritiseerde dat het extra schakelen niet bijdraagt aan het spektakel, en Williams-teambaas James Vowles waarschuwde voor een “zeer, zeer hoge belasting” voor de coureurs.
Zonder oude gewoontes in het voordeel?
Maar juist daarin zou een voordeel voor de rookies kunnen liggen. Wie minder oude gewoontes heeft, kan zich gemakkelijker aanpassen. “De ervaren coureurs zijn al jaren aan deze auto’s gewend. Wij rookies hadden altijd een achterstand. Maar volgend jaar worden de kaarten opnieuw geschud”, meent Bearman.
De voorbeelden van het huidige seizoen onderstrepen hoe belangrijk vertrouwen in de auto is. Gabriel Bortoleto hield in de zwakke Sauber tijdelijk verbazingwekkend goed stand tegen Nico Hülkenberg, pas nieuwe upgrades leverden hem constant punten op.
Colapinto lag in Imola bij zijn debuut voor Alpine nog dicht bij Pierre Gasly, maar verloor daarna terrein. Antonelli begon pas op te bloeien nadat Mercedes een problematische ophangingsoplossing weer had afgewezen.
Oude rotten of jonge honden – wie domineert?
“Je moet volledig vertrouwen hebben in de auto, omdat het niveau van de downforce zo hoog is”, aldus Bearman. “Als het misgaat, gaat het echt mis en kun je het niet redden. En als het vertrouwen ontbreekt, verlies je meteen extreem veel tijd. Dat is voor ons in deze fase van onze carrière bijzonder moeilijk.”
Eén ding is duidelijk: in 2026 worden niet alleen de ingenieurs op de proef gesteld, maar vooral ook de coureurs. Aanpassingsvermogen, leervermogen en mentale flexibiliteit zullen bepalend zijn voor succes. Voor routiniers als Max Verstappen of Fernando Alonso zou de omschakeling haalbaar moeten zijn. Maar voor de rookie-generatie doet zich een zeldzame kans voor: met nieuwe auto’s waar alle coureurs zich in gelijke mate aan moeten aanpassen.