Agit Kabayel rekent op kansen tegen zwaargewicht bokskampioen Alexander Usyk en maakt reclame voor een gevecht.
De Duitse bokser Agit Kabayel wil blijkbaar met massale zelfpromotie interessant worden voor een titelgevecht tegen de Oekraïense zwaargewicht bokskampioen Alexander Usyk.
“Ik ben Usyks gevaarlijkste uitdager”, zei de interim-kampioen van de wereldbond WBC uit Bochum tijdens een bezoek aan de redactie van RTL in Keulen, “omdat ik een jonge, hongerige man ben die uit het niets komt en wiens honger nog niet gestild is.”
Usyk geldt sinds zijn knock-outslag in Londen tegen de Brit Daniel Dubois weer als onbetwist kampioen in het zwaargewicht boksen. Kabayel had afgelopen februari eveneens door knock-out tegen de Chinees Zhang Zhilei de WBC-interimtitel gewonnen en daarmee in ieder geval in theorie aanspraak gemaakt op een titelgevecht. Vorige week echter heeft de wereldbond WBO voor zijn kampioen Usyk een verplichte titelverdediging tegen de Nieuw-Zeelander Joseph Parker gepland.
Ondanks de ambities van de Britse ex-wereldkampioen Tyson Fury ziet Kabayel zichzelf als volgende tegenstander van Usyk. De in Koerdistan geboren bokser lokt de wereldkampioen met sportieve aspecten in plaats van financiële prikkels.
Usyk-gevecht in Duitsland?
Usyk weet dat hij, als het duel “met deze jongen”, zoals Kabayel zichzelf omschreef, doorgaat, “door het vuur moet gaan”. Kabayel beloofde bovendien “dat ik zal testen of hij kan zwemmen. Ik zal hem in diep water trekken.”
De 32-jarige ziet zelfs kansen voor een gevecht tegen Usyk in een Duitse arena zoals Gelsenkirchen of Düsseldorf. “We moeten afwachten en geduldig zijn. Een gevecht tussen Kabayel en Usyk zou echter heel erg interessant zijn. Met dit gevecht kunnen we elk stadion uitverkopen. Ik heb hier enorme steun en er wonen veel Oekraïners in Duitsland”, verklaarde Kabayel: “Waarom zou Usyk niet voor zijn eigen fans willen vechten?”
Kabayel vindt zijn hoop op de eerste wereldtitel voor een Duitse zwaargewicht bokser sinds Max Schmeling gerechtvaardigd. Usyk uitdagen “is toch mijn goed recht: als je autoraces rijdt, wil je ook eerste worden en ben je niet tevreden met de tweede plaats.”

