In een interview spreekt Gernot Döllner over de toekomstige koers van het merk Audi, die niet verenigbaar is met de V10-dromen van bijvoorbeeld Christian Horner
Toen de motorfabrikanten die actief zijn in de Formule 1 ruim twee weken geleden in Bahrein discussieerden over hoe de powerunit van de toekomst eruit zou kunnen zien, namen sommigen een duidelijker standpunt in dan anderen. Audi behoort tot de fabrikanten voor wie een terugkeer naar V10-zuigmotoren vrijwel ondenkbaar is. En dat is in een bredere context niet verwonderlijk.
Want terwijl Christian Horner, die tijdens de bijeenkomst het standpunt van Red Bull Powertrains vertegenwoordigde, zich goed kan voorstellen dat de Formule 1 overschakelt op traditionele en luidruchtige zuigmotoren die op duurzame e-brandstoffen rijden, lijkt deze weg voor sommige grote autofabrikanten een no-go te zijn.
Tegen deze achtergrond is een interview interessant dat Audi-CEO Gernot Döllner eind maart aan de Süddeutsche Zeitung heeft gegeven. Daarin zegt hij onder meer: “Kijk eens wat er alleen al in de afgelopen twee jaar allemaal is gebeurd. Eerst kon het niet snel genoeg gaan met e-mobiliteit. En toen was het weer: dat wordt nooit iets. Maar dat zijn slechts schommelingen op een lange weg. De toekomst zal zeker elektrisch zijn.”
Döllner – en dat is in dit verband belangrijk – heeft het in het interview niet specifiek over de Formule 1, maar over de koers van het merk Audi in het algemeen. Maar één ding is duidelijk: als de CEO van Audi zegt dat de toekomst “definitief elektrisch” zal zijn, dan is een oriëntatie van de Formule 1, waarin Audi vanaf 2026 met een eigen fabrieksteam vertegenwoordigd zal zijn (voortbouwend op het huidige Sauber-team), met conventionele zuigmotoren vrijwel ondenkbaar. In ieder geval met Audi.
Voor Döllner zou de vooral in Duitsland emotioneel gevoerde politieke discussie over het einde van de verbrandingsmotor “al twee jaar geleden beëindigd zijn geweest. Helaas is inmiddels vergeten waar dit doel om draaide: maatregelen tegen klimaatverandering. We moeten voorkomen dat we op een dag constateren dat we achterlopen op ons doel om CO2-neutraal te worden”, zegt hij.
Audi werkt in ieder geval “consequent aan het volledig elektrisch maken van ons portfolio. De toekomst van Audi is elektrisch”, zegt Döllner, en voegt eraan toe: “Uiteindelijk beslissen de klanten. En velen zijn momenteel erg onzeker als er in het openbaar twijfels worden geuit over e-mobiliteit. Bovendien is de stroomprijs bij snelladen soms zo hoog dat er geen enkele prikkel is om af te zien van verbrandingsmotoren.”
Audi bevindt zich momenteel in een transformatiefase, waarbij tot eind 2029 7.500 banen in Duitsland zullen worden geschrapt. Op middellange termijn moet de herstructurering ongeveer een miljard euro per jaar besparen. Döllner zei hierover in mei: “Audi moet sneller, wendbaarder en efficiënter worden. Het is duidelijk dat dit niet mogelijk is zonder personeelsaanpassingen.”
Het Formule 1-programma wordt momenteel echter niet als bedreigd beschouwd. Met de Qatar Investment Authority (QIA) heeft Audi in november 2024 een strategische partner aan boord gehaald, die sindsdien een “aanzienlijk minderheidsbelang” controleert. Een maatregel die volgens Döllner “de betrokkenheid van Audi bij de Formule 1 onderstreept” en geen exit-scenario vormt.

